- Boxmeer
- Over Boxmeer
- Boxmeers Volkslied
- Bekende Boxmerenaren
-
Markante Boxmerenaren
- Albert van den Bergh
- Gerrit Berbers
- Madeleine de Cusance
- Antonius Willem Peelen
- Godefridus van Odenhoven
- Leopold Franciscus de Raet
- Benedictus Buns
- Titus Brandsma
- W.J.F. Nuyens
- P. Hoctin
- Leopold Frans Jan Jacob Joseph van Sasse van Ysselt
- Johannes Babtista Josephus Hengst
- Karel Thiery
- Louis de Wijze
- Wim Hendrix
- Dien Cornelissen
- Toon Moors
-
Monumenten in Boxmeer
- Het kasteel van Boxmeer
- St. Petrusbasiliek
- Mazenburg
- Molens in de Gemeente Boxmeer
- De Warande
- Kapellen in Boxmeer
- Huis De Molenpoort Boxmeer
- Het Karmelklooster
- Rochuskapel
- Huize De Weijer
- Huize Elzendonck
- Klooster Elzendaal
- Huis Het Leuker
- Huis Luneven
- Het Kantongerecht te Boxmeer
- Bezoek Kantongerecht woensdag 20 januari 2016
- De RK Volksbond Boxmeer
- Boerderijen in Boxmeer
- Boxmeers zilver
- Boxmeerse uurwerkmakers in de 18e en 19e eeuw
- Muntslag in Boxmeer
- Tradities
-
Boxmeer in de WO II
- De Maaslinie 10 mei 1940
- 10 mei 1940, een bijzonder verhaal
- ere-galerij 10 mei 1940
- W. Rijnders mei 1940 kazematten aan de Maas.
- Marie Bloem
- De evacuatie van Boxmeer
- Film de Vrijheid
- De Joodse Gemeenschap in Boxmeer
- Oorlogsmonument Joodsmonument
- Luchtoorlog boven Boxmeer
- Vliegtuigcrashes en noodlandingen WO II in de Gemeente Boxmeer
- Flight Lieutenant Peter Raw DFC
- Het monument Peter Raw in Vortum Mullem
- Standhouden
- Explosievenonderzoek natuurvriendelijke Maasoevers
- Laren helpt Boxmeer in 1945
- Oorlogsmuseum Overloon
- Museum van Postzegel tot Tank
- Tot Frontgebied Verklaard
- Spitfire Crash Boxmeer
- Een Amerikaanse B-17G,(44-6078) crash op 22 januari 1945
- OORLOGSDAGBOEKJE VAN JO BARTEN 194/1945
- Bert Breuer OPGROEIEN ALS KIND TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG
- Het Kruispunt Boxmeer september1944
- Wetenswaardigheden
- Verhalen
- Onderwijs
- De Joodse Gemeenschap in Boxmeer
- Kerststallen
- Wolvenjacht
- Bidprentjes
- Boeken over Boxmeer
- Muntschat vondsten
-
Archeologie
- Wat is Archeologie?
- Archeologische tijdbalk
- Archeologische schets van Boxmeer
- De Romeinse weg
- Opgraving Sterckwijck
- Paardengraven aan de Steenstraat
- Het geheim van Kerckenzight
- Provinciaaal Depot Bodemvondsten De Bosch
- Een Merovingisch grafveld op Het Zand
- Langs de Bataafse rivier
- Zoeken met een metaaldetector
- Archeologische opgraving door Nepomuk
- Het archeologisch Rapport Sterckwijck
- De archeologie van Boxmeer-Sterckwijck:
- Nationale Archeologiedagen 2016
- AWN Regio Nijmegen
- Beleidsplan archeologie gemeente Boxmeer
- Een munt uit Stevensweert
- Spinklosjes of spinsteentjes
- Maalstenen van Basaltlava
- Vuursteen
- Archeologie op de kaart
- Vondsten uit Boxmeer in het Rijksmuseum voor oudhedn in leiden
- Weijerpark een cultuurhistorische verkenning
- In het Zand ligt stuk Boxmeers verleden
- Een bijzondere vrouw te Boxmeer
- RAAP archeologisch onderzoek
- ADC ArcheoProjecten
- Econsultancy ingenieursbureau
- DANS: Data Station Archaeology
- Aardewerk
- detectorvondsten
- Opgraving Carmelveste
- Romeinse munten
- Kleipijpen
- Portable Antiquities of the Netherlands - PAN
- De Romeinen op Brabants Erfgoed
- Gidsgroetersnetwerk
- infotheek
- Archief Boxmeers Weekblad 1868 - 1945
- De Maasheggen
- Website Kasteel Boxmeer
- Museum Gemeente Boxmeer
- Rijksmuseum van Oudheden
- HistoryBox Boxmeer
- Buitenmuseum Cuijk
-
Kastelen in de regio
- Het Kasteel van Boxmeer
- Kasteel Well
- Kasteel Geijsteren
- Kasteel Heijen
- Kasteel de Hattert Vierlingsbeek
- Kasteel Makken Holthees
- Kasteel 't Oirtje
- Kasteel Hatendonk of Houtendonk Sambeek
- Kasteel De Voirt Groeningen
- Huis Ingeloo / Engelo Beugen
- De Kleppenburg Oeffelt
- Hapsche Loo / Huis te Haps
- Kasteel 't Juffere of Oploo
- Kasteel Tongelaar Mill
- Kasteel Aldendriel Mill
- Kasteel van Grave of Vesting Grave
- Boxmeer hoogwater 1926
-
Uitgaven boeken Historie
- Het merckwaerdige leven van een dolle graef
- De gekkekar komt uit den Haag
- Kasteelheren aan de Maas
- Ghenge ende gheve in Grave
- Kiek Ons, fotoboek 66 jaar Geitenbok
- Facetten uit de historie van de gemeente Boxmeer en haar 11 dorpen
- 'Het ruikt hier naar karamel, een snoepjeslucht'.
- Ze zien Los, Metworstvereniging
- De kracht van Boxmeer
- Sporthistorie in Boxmeer
- Autoloze zondag 1973 Boxmeer
- IJsvereniging Boxmeer 1918
- Rijwielbelasting en fietsplaatjes
- De Wilhelminaboom 1898
- Hondenpenningen/Hondenbelasting
- TimeTravel Boxmeer Steenstraat
- TimeTravel Boxmeer Sterckwijck
- Oude boeken en geschriften over Boxmeer
-
Heemkunde en Historie in het Land van Cuijk
- Sambeeks Heem
- Haps Heem
- De Oude Schoenendoos Vierlingsbeek
- Stichting Graeft Voort (Graafs Museum)
- Museum Ceuclum Cuijk
- Historische Kring 'Land van Cuijk'
- De Heerlyckheit Plo, Oploo
- Stichting Myllesheem
- Esters Heem, Heemkunde Escharen
- Heemkundekring "Felix Walter" Langenboom
- Heemkundekring Stevensbeek 50
- Gassels heem
- Rieckevorts Heem
- Stichting Velps Heem
- Heemkundekring Sint Tunnis in Oelbroeck
- Wanrode’s Heem
- Amansheem Wilbertoord
- Heemschut St. Huybert
- Historische Vereniging Nepomuk Boxmeer
- Heraldiek in het Land van Cuijk
- De Heerlijkheid Boxmeer
Het Karmelklooster
Boxmeer, oudtijds Meer of Mere genoemd, ligt 30 kilometer ten zuiden van Nijmegen aan de Maas, dichtbij de Duitse grens, niet ver van Kleve en Kevelaar. De plaats telt ongeveer 13000 inwoners. In 1269 wordt als heer van Boxmeer vermeld een zekere ridder Jan Boc van Mere. Zijn gebied werd Boc's Mere genoemd, waaruit de naam Boxmeer is ontstaan. In 1506 kwam het grafelijk huis van den Bergh in het bezit van deze heerlijkheid. Een telg uit dit geslacht is graaf Albert,
Graaf AlbertMadeleine
in 1607 geboren en in 1641 getrouwd met Madeleine de Cusance uit de Zuidelijke Nederlanden. Na de vrede van Münster/Westfalen (1648) moest hij, om zijn beweerde souvereiniteit over Boxmeer te handhaven, voortdurend balanceren tussen de katholieke Spaanse Zuidelijke Nederlanden (Brussel) en de protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden (Den Haag). In deze situatie vond hij een mogelijkheid om zijn gezag te versterken door de stichting van een klooster in zijn heerlijkheid. Het grafelijk echtpaar was bevriend met karmelieten van de bloeiende Belgische ordesprovincie, die een overvloed van leden had en reeds langer in de Noordelijke Nederlanden missioneerde. Ze gingen graag op Alberts voorstel in tot stichting van een klooster in de Vrije Heerlijkheid. Bij akte van 20 nov. 1652 schonk de graaf hun twee morgen land dicht bij de kerk. Op 20 dec. 1652 aanvaardden Adrianus Meygart, prior en pastoor te Geldern, en Martinus van de Venne, prior te Antwerpen en daarna eerste prior van Boxmeer, officieel de schenking. Aan de bouw van het klooster droegen Albert en Madeleine in ruime mate bij, zodat zij met recht stichters genoemd kunnen worden. Na 1648 waren in de wijde omgeving van Boxmeer de katholieke kerken gesloten of onder dwang overgedragen aan de Reformatie, de priesters verdreven en protestantse predikanten aangesteld. Deze protestantse invloed zag Albert als een bedreiging van zijn souvereiniteit. Daarom werd de karmelieten opgedragen het volledige pastoraat in Boxmeer en omgeving over te nemen en de vele mensen op te vangen die uit de verre omtrek naar Boxmeer kwamen om de sacramenten te ontvangen. Verder moesten zij, om het aanzien van de plaats te vergroten, een latijnse school openen. In het bijzonder en nadrukkelijk kregen zij de opdracht de grafelijke rechten te verdedigen en te bevorderen. De toenmalige seculiere pastoor Dr. Peelen, die vele malen de rechten van de Boxmeerse bevolking tegen het machtsmisbruik en geldverkwisting van de graaf verdedigde, zag aanvankelijk met lede ogen de komst van de karmelieten aan, maar gaf zich edelmoedig gewonnen vanwege het voordeel voor de katholieke bevolking van de hele regio. Andreas Creusen, bisschop van het bisdom Roermond, waaronder Boxmeer destijds ressorteerde, gaf op 14 aug. 1653 zijn toestemming voor de stichting. Motief was dat Boxmeer de enige plaats in de wijde omgeving was waar de katholieken vrij hun godsdienstplichten konden vervullen en dat daarom een ruimere pastorale personeelsbezetting gewenst was. Zo droeg op 24 juni 1654 de seculiere pastoor Peelen de zielzorg over aan de karmelieten. Tot op de dag van vandaag zijn karmelieten de pastores van Boxmeer gebleven.
Het kloostergebouw.
Architekt en aannemer van het klooster zijn onbekend. Het grondplan toont de typische structuur van een klooster van de bedelorden: vier vleugels in twee bouwlagen en zolder rondom een open binnenplaats. De bouwstijl doet vermoeden dat de bouwheer een Vlaming is geweest. Nauw betrokken bij de bouw waren twee lekebroeders van de Vlaamse karmelieten, broeder Jaspard, die ook een bestek maakte voor een „plaisir huysken" van graaf Albert, en broeder Macarius Berlele. Deze laatste, bekend om zijn architektonische bekwaamheid, was nog in 1663 belast met de inspektie van nieuwe kloosters in Vlaanderen. De aanwezigheid van een vrij groot aantal lekebroeders rond 1653 en de geringe uitbetaling aan vakmensen uit Boxmeer zelf doen vermoeden dat leden van de karmel zelf het eerste deel van het klooster hebben gebouwd. Dit deel, de noordelijke vleugel met een (voorlopig) kleine haakse uitbouw naar het westen, kwam reeds in 1653 gereed. De bouwkosten bedroegen 10680 gulden (Het dagloon van een geschoold arbeider bedroeg toen een gulden). In 1662 kwam.het oostelijk deel gereed en enkele jaren later de ruimten voor de pastoor en een spreekkamer. Onder het prioraat van Clemens a S. Adriano Neckebroeck (1709-1715) werd de hele bouw voltooid. Opvallend is dat de fraaie voorgevel van het klooster aan de tuinkant en niet aan de straatzijde ligt. Het is goed mogelijk dat de Vlaamse karmelieten, die een strenge kloosterobservantie voorstonden, aldus de voornaamste trek van hun spiritualiteit wilden uitdrukken: een leven met God, in stilte, ingekeerdheid en gebed. Naast het klooster verrees in 1707 de latijnse school met 4 kleine zalen in twee bouwlagen plus zolder. Bij de groei van de Nederlandse karmel werd in 1927 aan de noordoostelijke tuinkant een groot noviciaatsgebouw neergezet, dat na 1967 een bredere bestemming kreeg. Thans zijn noviciaatsgebouw en latijnse school opgenomen bij de woon- en werkruimten van de Boxmeerse kloostergemeenschap bestaande uit broeders en zusters, die volgens de oude Karmelregel met elkaar willen leven in gebed en contemplatie, apostolaat en dienstbaarheid aan Kerk en samenleving.
In het Karmelietenklooster
Het Karmelietenklooster, gesticht in 1652 en bestaande uit vier vleugels die een gewelfde kloostergang omsluiten. Poortgebouw tussen kerk en klooster, met bogen en graatgewelf en met rustiek verband in baksteen, met dorische pilasters en hoofdgestel; in het poortgebouw de toegang tot het slot, in klassicistische stijl geheel in geprofileerde en gekapte baksteen uitgevoerd; met jaartal 1653. Boven de doorgang in dit poortgebouw de wapens van graaf Albert van den Bergh en Madeleine de Cusance. De noordelijke en de oostelijke vleugel uit 1653 en volgende jaren, met in baksteen uitgevoerd blokverband om de vensters, welke door profiellijsten ingesloten spitse boogvelden hebben, versierd met vlak cartouche-ornament, in het metselwerk uitgehakt. Zuidelijke en westelijke vleugel in 1707 voltooid, vensters met natuursteenomlijsting en segmentvormig overtoogd. Aan de zuidzijde het voormalige Gymnasium, in 1707 gebouwd (jaarankers), aan de Steenstraatzijde bekroond door een top met dubbelgezwenkte booglijnen, voorzien van toppilaster, een ronde nis met portretbuste, waterlijsten en natuurstenen vensteromlijstingen. In de met gestucadoorde graatgewelven op consoles overkluisde kloostergang achttien gebrandschilderde glazen, na oorlogsschade hersteld, mogelijk naar ontwerp van Abraham van Diepenbeeke; de voorstellingen, gewijd aan de Karmel, omlijst door cartouches en bekroond door de wapens van de stichters (de grafelijke heren en hun familie); achtereenvolgens als hoofdgegeven de Carmelheiligen Elias, Eliseus, Teleaphorus, S erapion (1634), Anastasius (1655), Gerardus, Joseph (1655), Angelus (1680), Lodewijk (1664), Simon Stock (1655), Francus (1655), Albertus (1684), Jacobus de Ossa, Petrus Thomas, de Processie van Chester (1684) Avertanus en Romaeus, Maria Magdalena de Pazzi (1664) en het heilig Bloed mirakel (1684). Geschilderde portretten van graaf Albert van den Bergh, tweemaal diens vrouw Madeleine de Cusance, graaf Oswald van den Bergh, diens vrouw Maria Leopoldina van Rietberg, Franz von Hohenzollern van den Bergh, diens vrouw Maria Catharina Truchsess von Waldburg-Zeil, Johan Baptist van den Bergh en Hohenzollern, Maria Theresia van den Bergh en Hohenzollern (als stiftsdame van Remiremont). Voorts schilderijen Aanbidding der Wijzen (17e eeuw) driemaal een Kruisiging (alle 17e eeuw), Pieta, Emmausgangers (17e eeuw). Aan de achterzijde van het klooster de ommuurde kloostertuin; een hoge muur, afgedekt met een ezelsrug en opgetrokken in rode handvorm baksteen in kruisverband; in de muur twee tegeltableau's met voorstelling en van de Moeder Gods met het Kind (onderschrift "DILECTUS MEUS MIHI ET EGO ILLI") en H. Josef met het Kind (onderschrift "ST. JOSEF").