Het Kruispunt Boxmeer

Het kruispunt in Boxmeer

Door Guido Siebers.

Publicatie in het  tijdschrift Merlet van Historische Kring Land van Cuijk.

Ruim vier jaar na de inval in Nederland in 1940 is het weer raak. Op hetzelfde kruispunt worden in Boxmeer de eerste kogels afgevuurd. Om 03:30 uur op 10 mei 1940 vuurde de Nederlandse lichte machinegeweren van 1e Luitenant E.P. van Lanschot (5e Eskadron van 2e Regiment Huzaren, voorheen 13 Eskadron Wielrijders) op de overkomende Duitse vliegtuigen vanuit zijn locatie bij de Sint Rochuskapel in Boxmeer. Dit gebeurde een uur voordat de Duitsers probeerden de Maas bij Boxmeer over te steken. Op hetzelfde kruispunt schiet de bemanning van een Brits pantservoertuig op enkele naderende Duitsers vanuit Beugen. Het is omstreeks drie uur in de middag op 23 september 1944. Beide incidenten markeren het begin van de oorlogsterreur. Tijdens de inval is het militaire geweld van korte duur, maar de bevrijding van Boxmeer verloopt bijzonder zwaar, net als in alle andere dorpen aan de Maas. Het zal maanden duren voordat de bommen en granaten zwijgen.

Waar zijn de Duitsers?

De eerste dagen na Operatie Market Garden verkennen de Britten het gebied. Het zijn vooral gepantserde verkenningseenheden die vliegensvlug door de omgeving racen. Waar zijn de Duitsers? Waar ligt het front? Op 23 september krijgt A Squadron van de 2nd Household Cavalry de taak om Boxmeer te verkennen. Ze rijden via Sint Anthonis Boxmeer binnen en worden door enkele Boxmeerse inwoners aan de Spoorstraat opgewacht. Er worden enkele Duitse soldaten krijgsgevangen gemaakt. Ook komen de eerste leden van de Boxmeerse "Ondergrondse" publiekelijk tevoorschijn: de Orde Dienst. Het blijft onduidelijk waar de linies liggen en waar de Duitse troepenmacht verblijft. Een enkele eenheid blijft achter en lost later de eerste schoten. Na de middag trekken de Geallieerden zich terug naar het veiligere Sint Anthonis.

De dag na de eerste Geallieerde ontmoeting is het stil in Boxmeer. Vandaag zijn de Geallieerden nergens te bekennen. Andere dorpen worden door verkenningseenheden doorzocht. Tot overmaat van ramp gebeurt op 25 september het onwerkelijke: de Duitsers zijn terug in Boxmeer. Het weiland voor de Weijer staat vol met Duitse voertuigen, en in de Spoorstraat worden vier Duitse tanks en een 10,5 cm geschut strategisch opgesteld. Tussen de huizen aan de Graafseweg staan enkele Duitse halftracks gepositioneerd, allemaal gericht op Sint Anthonis. En het zijn niet zomaar Duitsers, het zijn eenheden van het 10e Waffen-SS Pantserjagerregiment onder leiding van SS-Sturmbannführer Roestel. De Duitsers kiezen ervoor om Boxmeer als meest noordelijke linie te gebruiken.

De spanning stijgt

Sint Anthonis en omgeving stroomt vol met Geallieerde tanks, waaronder het 15th/19th King's Royal Hussars regiment. Dit verkenningsregiment, uitgerust met tanks en gepantserde voertuigen, vertrekt op dinsdagochtend 26 september vanuit Sint Anthonis. Naar verluidt hebben de Geallieerden al bericht vanuit Boxmeer ontvangen over de aanwezigheid van Duitse eenheden. Ze zijn gewaarschuwd. De eerste verkenning wordt uitgevoerd door een Britse huzaar die zijn voertuig ter hoogte van de Witte Brug stopt. Deze officier gaat te voet verder en gebruikt het zolderraam van de familie Peeters, de kolenboer, om de omgeving te verkennen. De Duitse pantservoertuigen aan de Graafseweg worden gespot en op de kaart ingetekend. Niet veel later vliegen mortiergranaten naar de aangegeven locatie. Op hetzelfde moment schiet ook het Duitse 10,5 cm kanon op het voertuig bij de Witte Brug. Na het ene Duitse schot trekken de Duitsers zich terug naar Sambeek.

De Britse aanval op de Graafseweg is niet zonder slachtoffers. Tijdens het vluchten naar de schuilplaatsen worden Tinus (41) en Leo (16) Ankersmit door granaatscherven getroffen aan de Sint Anthonisweg. Vader raakt zwaargewond en Leo overleeft het niet. Dit gebeurt allemaal rond het middaguur. Niet veel later is het de Britten duidelijk dat de Duitsers zijn vertrokken. De Britse Challenger tanks trekken via de Spoorstraat verder Boxmeer in. De oorlogsdagboeken van Boxmeerse inwoners spreken over een grote feeststemming. De bevrijders worden overladen met appels, eieren en andere versnaperingen. Boxmeer is "bevrijd". Enkele dagen later komen de eerste Amerikaanse troepen in Boxmeer, gevolgd door nog meer Britse soldaten.

Oktober 1944

De vreugde is van korte duur. Bommen en granaten blijven vanuit de Limburgse kant van de Maas overvliegen. Ook komen er geregeld Duitsers de Maas over met rubberboten. Dit blijft zo tot februari 1945. Boxmeer en omgeving worden tot frontgebied verklaard. De Geallieerden verkiezen in oktober nog altijd de veiligere Sint Anthonis, Rijkevoort, etc., en gebruiken de spoorlijn als grens. Overdag treden de Britten Boxmeer nog binnen, maar in de avond trekken zij zich weer terug. Pas na de slag om Overloon worden de linies versterkt en is er voldoende materieel om de grens te verschuiven. Steeds meer burgers volgen het dringende advies op om zich te evacueren, zeker wanneer de Britten stellingen maken in het dorp zelf. De Britten schuiven de grens naar de dijk, waarbij de Maasheggen het niemandsland worden.

November 1944

De beschietingen en nachtelijke Duitse patrouilles blijven aan de orde van de dag. De Boxmeerse bevolking wordt definitief geëvacueerd. Veel Boxmeerse gezinnen worden in de Kempen geplaatst en houden met elkaar contact via Contactblad Eenheid. Alleen Boxmeerse inwoners die zich bij de Binnenlandse Strijdkrachten hebben aangesloten (waaronder leden van de eerdere Orde Dienst), mogen blijven om beveiligingstaken uit te voeren. Er komen steeds meer versterkingen in het gebied. De slag om Overloon en Venray is succesvol en de Britten graven zich stevig in langs de Maas als natuurlijke barrière.

December 1944

De Britse eenheden, die de maanden ervoor hard in de omgeving hebben gevochten, worden afgelost. De eerste Canadese eenheden komen in Boxmeer aan. Wederom een verkenningseenheid (8th Canadian Reconnaissance Regiment) doet Boxmeer aan. Zij lossen het 3rd British Reconnaissance Regiment af, die de zuidelijke omgeving van Boxmeer zullen bewaken. De Canadezen hebben kort hiervoor in de omgeving van Nijmegen van een welverdiende rust genoten. Daarvoor waren zij betrokken bij de slag om de Schelde. Het koude en natte winterweer is allesbehalve prettig voor de Canadese troepen die gewend zijn zich met gepantserde voertuigen te verplaatsen. Maar dit keer moeten zij een infanterietaak vervullen: de linie bewaken met vooruitgeschoven observatie- en luisterposten. Een gevaarlijke taak door de altijd actieve Duitse eenheden die de Maas oversteken.

 

Januari 1945

Er is weinig verandering in de situatie. Het winterse weer maakt het niet beter. De modder wordt al snel overdekt door een dik pak sneeuw. De eerste witte camouflagepakken worden aan de Britse en Canadese eenheden geleverd. Eind januari crasht een grote Amerikaanse B17-G bommenwerper in het Maasheggengebied. Het is 22 januari 1945. De bemanning weet met parachutes uit het vliegtuig te komen. De negenkoppige bemanning landt deels in Limburg en deels in de Boxmeerse Maasheggen. In dit niemandsland bevindt zich al sinds begin januari een Duits bruggenhoofd van meer dan 40 man sterk, ruwweg in het gebied tussen het Veerhuis van Beckers en Groot Mazenburg. De Amerikaanse vliegers vallen in Duitse handen. De Canadezen sturen een patrouille om op onderzoek uit te gaan, maar zonder succes. Twee Canadezen worden gevangengenomen. De dag daarna volgt nog een Canadese patrouille onder leiding van luitenant Ivan Nokony. Deze achttienkoppige patrouille richt zich op het Veerhuis. Tijdens de patrouille worden zij beschoten en onder dekking van een rookgordijn weten zij zich in veiligheid te brengen. De dag erop vliegt een klein verkenningsvliegtuig boven de Boxmeerse Maasheggen. Met de verzamelde informatie van Nokony en de luchtfoto’s van de verkenning wordt een nieuw plan gemaakt. De Canadese cavalerie wordt ingeroepen: acht Firefly-tanks van het 27th Armoured Regiment Sherbrooke Fusiliers worden ingezet om het Duitse bruggenhoofd te vernietigen. De meeste Duitsers komen om het leven en enkele worden gevangengenomen.

Februari 1945

Het Land van Cuijk wordt steeds drukker. In de achterhoede worden steeds meer troepen gestationeerd ter voorbereiding op een beslissende slag. Begin februari trekken Schotse eenheden van de 52nd Lowland Divisie Boxmeer binnen. Wederom een verkenningseenheid (52nd Reconnaissance Regiment) lost een Britse verkenningseenheid (1st Royal Dragoons) af. De Schotse infanterieregimenten vinden in andere plaatsen onderdak. Op 8 februari 1945 wordt de aanval ingezet op Gennep en plaatsen langs de Maas. De eerste Britse, Schotse en Canadese eenheden vallen de Duitsers met een enorme armada aan tijdens Operatie Veritable. Hiermee komt een einde aan de constante dreiging van artilleriegeschut en Duitse patrouilles in Boxmeer. Maar het is nog altijd niet veilig voor de Boxmeerse bevolking om terug te keren.

Maart 1945

Voor de verandering strijken er weer Amerikanen in het gebied neer: de Amerikaanse 95th Infanterie Divisie. Zij bewaken het gebied, terwijl de gevechten steeds dieper het land en zelfs Duitsland ingaan. Het gebied wordt steeds veiliger voor de Boxmeerse bevolking, maar niet iedereen kan direct terugkeren. Pas halverwege de maand komen de eerste gezinnen terug. Veel treffen een trieste en teleurstellende situatie aan. Huizen zijn nog bezet door Geallieerde soldaten, vernield of zelfs volledig in puin. Het is ronduit chaotisch en veel is niet in orde. De inwoners moeten het doen met de middelen die zij hebben. Alle hens aan dek om zaken op te ruimen, te herstellen en in orde te maken. Ook het gemeentelijke apparaat, met behulp van het Militaire Gezag en Civil Affairs van de Geallieerden, wordt weer op orde gesteld.

Datzelfde jaar trekt een bevrijdingsoptocht door de straten. Rijkversierde karren en karren met spottende teksten over Hitler trekken door Boxmeer en doen ook het imposante kruispunt bij de Sint Rochuskapel aan. Het kruispunt waar de Steenstraat, de Beugenseweg, de Burgemeester Verkuijlstraat en de Spoorstraat elkaar ontmoeten. Het kruispunt waar in 1940 de eerste schoten zijn gelost en waar de eerste Tommies zijn ontmoet.