Oorlogsmonument Joodsmonument

Boxmeer kent tal van monumenten.

Een van de bekendste is het Oorlogs- en Joods monument aan de Rapenstraat.

Het oorlogsmonument in Boxmeer.

Het oorlogsmonument in Boxmeer is een roestvrijstalen Davidster, die oprijst uit een ronde, bollende bestrating.Het kustwerk is gemaakt door de in Boxmeer geboren en tegenwoordig in Nijmegen wonende kustenaar Willem Muijs.

Aan de voorzijde raakt een van de sterpunten aan een zwarte natuurstenen gedenksteen met tekst. Aan weerszijden hiervan staan twee originele hekken van de voormalige synagoge. Deze worden beschermd door ijzeren kooien. Aan de rand van de cirkelvormige bestrating zijn drie stèles geplaatst met de namen van de Boxmeerse oorlogsslachtoffers. Het gedenkteken is 7 meter hoog, 6 meter breed en 1 meter diep. Rondom het monument is een halfronde groenstrook aangeplant in amfitheatervorm en een laag wit grind gestrooid.

Tekst
De tekst op de zwarte gedenksteen luidt:

'1940 – 1945 ...NOOIT VERGETEN...'.

Symboliek
De Davidster staat symbool voor het leed dat de bezetter aangericht heeft. De hellende stervorm suggereert een verrijzenis van het verleden en een opleving van de herinnering aan de voormalige joodse gemeenschap voor Boxmeer. Het punt waar de Davidster en de gedenksteen elkaar raken symboliseert de morele betekenis van de herdenking van het gebeuren door de plaatsing van het monument en fungeert tevens als articulatiepunt voor bespiegelingen over de onvoorstelbare tragedie. De twee flankerende poortdelen van de voormalige synagoge bieden dit deel bescherming en identiteit. Het hekwerk herinnert niet alleen aan de voormalige synagoge, maar fungeert ook als een 'open deur' naar de vrijheid die in de oorlogsjaren zo zwaar bevochten is. De grindlaag rondom het gedenkteken sluit aan bij de Joodse traditie om een steentje achter te laten wanneer men een graf bezoekt.

Het oorlogsmonument in Boxmeer was aanvankelijk opgericht ter nagedachtenis aan negentien Joodse medeburgers die tijdens Tweede Wereldoorlog zijn gedeporteerd en omgebracht. Op 4 mei 2009 zijn drie stèles geplaatst met de namen van de 27 slachtoffers van oorlogsgeweld of nazi-terreur 1940-1945, negen slachtoffers die gevallen zijn voor het vaderland 1940-1945 en de vier Boxmerenaren die vielen in Nederlands-Indië 1945-1950 of in Nederlands Nieuw-Guinea 1950-1962. Met deze onthulling ontstond één geïntegreerd oorlogsmonument.

Digitaal Joods Monument
De Joodse oorlogsslachtoffers die op dit gedenkteken vermeld staan, zijn tevens opgenomen in het 'Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland'. Hierin vindt u meer informatie over deze personen met waar mogelijk een korte biografie, familierelaties en adresgegevens.

Onder het kopje 'Geschiedenis' op deze pagina kunt u op een persoonsnaam klikken om doorverwezen te worden naar het Digitaal Joods Monument.

Locatie
Het monument is geplaatst op de hoek van de Hoogstraat en de Rapenstraat in Boxmeer.

Het 'Joods monument' in Boxmeer is opgericht ter herinnering aan negentien Joodse medeburgers die tijdens Tweede Wereldoorlog zijn gedeporteerd en omgebracht en ter herinnering aan de 27 slachtoffers van oorlogsgeweld of nazi-terreur 1940-1945, negen slachtoffers die gevallen zijn voor het vaderland 1940-1945 en de vier Boxmerenaren die vielen in Nederlands-Indië 1945-1950 of in Nederlands Nieuw-Guinea 1950-1962.

Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog telde de Joodse gemeenschap van Boxmeer slechts negentien leden. In 1940 werden zij gedwongen zich te melden op het gemeentehuis, waar ze geregistreerd werden door de plaatselijke politie. Op 28 augustus 1942 werd een eerste groep joden gedeporteerd door de bezetter. Ze werden per trein overgebracht naar 's-Hertogenbosch, van waaruit ze via Kamp Westerbork naar Auschwitz werden gedeporteerd. Daar werden zij zes dagen later om het leven gebracht. De tweede groep joden uit Boxmeer werd op 9 april 1943 op transport gesteld naar Kamp Vught. De meesten van hen werden gedeporteerd naar Sobibor. Geen van de Boxmeerse joden heeft de bezettingsjaren overleefd. Zo was de Joodse gemeenschap van Boxmeer verdwenen. De synagoge werd in 1944 gesloopt.

Oprichting
In 1990 ontdekte de Boxmeerse Gerrit Arts dat de hekken bij de oprit van zijn huis wellicht afkomstig zouden kunnen zijn van de voormalige synagoge. Holocaustoverlevende Louis de Wijze, die de synagoge nog kende uit zijn jeugd, bevestigde dit vermoeden. Hoewel men het er direct over eens was dat er iets met de hekken moest gebeuren, duurde het nog vier jaar eer dit gebeurde. De hekken werden tijdelijk opgeslagen op de gemeentewerf. Begin 1994 werd de Stichting Joods Monument Boxmeer opgericht door Jan Korte, Vincent Freriks, Theo Seijs, Frans Baijens, Servi Bongaerts, Dien Cornelissen, Wout van Kuilenburg, Gerrit Arts, Louis de Wijze en Jan Oostlander. De groep wilde vijftig jaar na de bevrijding een monument oprichten dat de joodse slachtoffers zou herdenken. In het najaar van 1994 werden diverse acties gehouden onder de bevolking en het bedrijfsleven om gelden bijeen te brengen. De gemeente Boxmeer stelde de grond waar de synagoge zich had bevonden beschikbaar voor de bouw van het gedenkteken.

Onthulling
Het monument is onthuld op 4 mei 1995 door burgemeester Odi P.M. Bouwmans. In een toespraak onderstreepte deze het belang van het gedenkteken: 'De tekst op het monument luidt "1940-1945 nooit vergeten". Woorden met een zware, te zware lading als we terugdenken aan die oorlog. Het is een dringende oproep aan ons allen om iedere dag opnieuw de grote waarde van de herwonnen vrijheid te waarderen en te bewaken. Overal waar we kunnen, maar zeker in de eigen omgeving.' Na de onthulling van het monument werd door Joop S. de Graaf namens de joodse gemeenschap Noordoost Brabant de herdenkingsgebeden Jizkor en Kaddisj gezegd. De vele aanwezigen legden vervolgens naar Joods gebruik allen een steentje op de rand van het monument.

 

Theo Seijs Boxmeer